Chaser

Soms speel je een innovatieve shooter en soms speel je een shooter zoals Chaser.

Wie ben ik
Chaser draait om John Chaser, tenminste, dat moet wel. De hoofdrolspeler begint de game namelijk met geheugenverlies aan boord van een ruimtestation in het jaar 2044. Dat ruimtestation wordt aangevallen door onbekende troepen (zo onbekend als troepen kunnen zijn als je aan geheugenverlies lijdt), die op de hoofdrolspeler jagen en daarbij steeds de naam ‘Chaser’ roepen.

Chaser ontsnapt van het ruimtestation en komt op aarde terecht en daar gaat hij vanzelfsprekend op zoek naar de antwoorden op: wie ben ik en wat moet ik doen? Natuurlijk sluit Chaser zich bij allerlei mensen aan en wordt hij meermalen verraden ten behoeve van plotwisselingen. Dat verhaal klinkt wel een beetje standaard, vind je niet?

Been there, done that!
En het is niet alleen het verhaal dat standaard is. In de hele gameplay is nergens een echte vernieuwing te ontdekken. Je speelt gewoon een First Person Shooter, waarbij je in bijna elke map van A naar B moet, terwijl je alle tegenstanders omver moet schieten en af en toe een schakelaar moet omzetten. Verder ontbreekt het sniperlevel, het onderwater-in-een-duikboot-level, het sneaklevel, het infiltratielevel, het verdedig-het-doel-dat-door-vijanden-overspoeld-wordt-level en al die andere levels die ooit in een andere shooter nieuw waren natuurlijk ook niet. Ook Chaser’s speciale feature, de adrenaline mode die de omgeving doet vertragen terwijl je wel normaal kunt richten, is natuurlijk niet nieuw meer.

De multiplayermode van Chaser is met deathmatch, team deathmatch, capture the flag en shocktroops (twee teams proberen het eerste alle doelen van de map te halen) ook niet innovatief te noemen. Grafisch is de game verder niet echt bijzonder en qua geluid valt vooral het generieke deuntje en het af en toe eentonige geschreeuw van de tegenstanders op. De AI laat tegenstanders vooral goed schieten en dekking zoeken op vooraf ingestelde plaatsen. Ook hier vind je dus niets nieuws.

Lekker lang
Chaser blinkt dus niet uit in innovativiteit, maar zet toch nog een aardige spelervaring neer. De tegenstanders zijn bijvoorbeeld over het algemeen goed geplaatst, waardoor je altijd op je hoede moet zijn en je soms intense gevechten moet voeren, maar er zijn toch maar weinig plekken die frustrerend kunnen zijn (verdedig-het-doel-dat-door-vijanden-overspoeld-wordt-level is er wel eentje, maar dit soort levels zitten tegenwoordig in elke shooter). Zodra gevechten echt moeilijk dreigen te worden kun je immers terugvallen op de adrenaline mode. Het gebrek aan echt vervelende stukken in de game is dan ook zeker een goede eigenschap van Chaser.

Een nog veel betere eigenschap van Chaser is de grootte van de maps en het aantal ervan. De game bestaat uit 40 maps en dat alleen al zorgt voor een goed aantal uren speelplezier. De maps zijn ook nog eens behoorlijk groot, zo groot zelfs dat ik af en toe moest zoeken hoe ik verder moest. Dankzij de al genoemde goede plaatsing van tegenstanders en vaak mooie architectuur van de maps wordt Chaser ook nooit saai. De omvang van de maps doet ook nog eens een flinke schep op de spelduur en in totaal houd je dus een game over waar je wel eventjes zoet mee bent, zonder dat het eentonig dreigt te worden.

Conclusie
Chaser is een standaard FPS, die de goede eigenschappen heeft dat hij best lekker speelt en dat de speelduur nogal lang is vergeleken bij de huidige shooters. Chaser is dan ook een prima afleiding tussendoor, vooral nu alle komende shooters nog wel even op zich laten wachten.

  1.   
    willem 1990's avatar

    ziet er best wel vet uit 😉